de val II 2.0, 2025
Beste Hille,
In dit bestand richt ik mij even tot u qua schrijfstijl. Ik merk dat ik mijzelf, en ook u, wil overtuigen waarom ik dit werk heb gemaakt. Dit komt doordat ik toch een lichtelijk ongemak voel bij het feit dat ik aan de haal ga met het werk van iemand zoals Bas Jan Ader. Het is namelijk niet zo dat ik mij alleen maar bezighoud met zijn oeuvre, plus ik val denk ik niet onder dezelfde “soort”.
Op de academie heb ik voor het eerst over zijn werk gehoord. De foto van De Val II bleef mij het meest bij. Het is eenvoudig, minimaal. Het enige wat ik gemeen heb met Bas Jan Ader is dat we aan een kunstacademie studeerden. Ik heb niet veel met zeilen, geen vader die dominee was, noch verzetsstrijder, enzovoort. Mijn motivatie om de Val II nogmaals uit te voeren komt dan ook voort uit een bewondering voor het werk zelf, meer dan uit een bewondering voor Bas Jan Ader als persoon. Ik trek geen parallellen tussen hem en mij. Het mooie aan bijna al zijn werk is dat het tijdloos is. Zijn werk is tijdloos, maar niet meer hedendaags.
Sinds oktober woon ik in Amsterdam. Terwijl ik over de grachten liep, heb ik mij vaak afgevraagd waar die desbetreffende val is uitgevoerd. Van nature ben ik een weemoedig persoon; het romantische denken van “vroeger was het beter” steekt vaak de kop op. Helemaal in een stad als Amsterdam, die van ruige stad naar een gelikt openluchtmuseum is veranderd. Ik ben dan geneigd om alleen het mooie van vroeger te zien en het lelijke van nu. Misschien is dat ook wel een van de aspecten die mij zo trekken aan de Val II: het Amsterdam van toen. Het is alleen een illusie. Steden veranderen, niets staat stil, het is onontkoombaar. Het gebiedt mij eraan over te geven en de schoonheid ervan in te zien. Als je erover nadenkt, zijn er genoeg positieve veranderingen in de stad Amsterdam.
Ik blijf het een interessante gedachte vinden: hoe mensen, en ook ik, geneigd zijn terug te willen naar een tijd die al lang voorbij is. Neem het werk dat ik nu heb gemaakt. De fatbike is over 55 jaar lang uit het straatbeeld verdwenen, de Tesla’s die worden opgeladen via een laadpaal bestaan niet meer, en de man die filmend met zijn mobiel aan de overkant staat, is dan inmiddels 80 en vertelt zijn kleinkinderen dat er vroeger zoiets als “mobieltjes” bestond. Die kinderen zullen dan waarschijnlijk denken: wow, wat vet, wat eenvoudig was het toen: precies zoals ik nu denk over Amsterdam in de jaren zeventig. Dat zal generatie op generatie doorgaan. Wellicht komt er ooit een tijd dat het kan: tijdreizen naar die “mooie” tijd. Om er dan vervolgens achter te komen dat zwemmen in de grachten ontzettend vies is, er overal poep op de stoep ligt, panden op instorten staan terwijl er woningnood is, en er zinkpillen in je nachtkastje liggen voor het geval van radioactieve fall out naar aanleiding van een mogelijke kernoorlog. De Val II wilde ik dus hedendaags maken: De Val II 2.0. Met een lichte knipoog naar mijn frustratie over de fatbike.
Op het internet zocht ik op waar de Val II was uitgevoerd. Daar stond dat het op de Reguliersgracht was. Vervolgens ben ik er naartoe gelopen; met de foto op mijn mobiel zocht ik de precieze hoek waar de camera moet hebben gestaan. Al snel kwam ik tot de conclusie dat waar Bas Jan Ader het water in fietste, nu een bank, prullenbak en fietsenrek staan. In het water zou ik met mijn fatbike direct op een boot zijn geklapt. Een optie die door mijn hoofd ging, was om de bank los te schroeven en de boot even weg te varen. Dit was mogelijk, maar hier heb ik van afgezien. Juist met het concept in mijn achterhoofd (dat de stad verandert) zou ik het als nep ervaren als ik de huidige situatie volledig terug zou brengen naar toen, in 1970. Daarbij kwam ook dat aan de overkant twee laadpalen stonden met twee elektrische auto’s (precies op de plek waar een auto staat op de foto van Bas Jan Ader), wat juist aansloot bij het concept.
De fatbike kocht ik via Marktplaats. De accu sloopte ik uit de fiets om vervuiling van de gracht te voorkomen. Met een boot van een vriend voeren we naar de plek; twee mensen had ik mee voor de foto’s en één om te filmen. Aan een schilder op de hoek vroeg ik een stok. Ik vind het principe van overgave mooi, maar met mijn gezicht landen op een scooter onder water wilde ik mijzelf wel besparen. Met de stok checkte ik of er niets direct onder het wateroppervlak lag.
Diezelfde schilder staat nu op de foto, links van de boom te filmen. Dat hij filmde, daar zo verdekt in de hoek naast de boom, was een totaal toeval. Het filmen door een omstander past binnen het concept van verandering en het hedendaagse: niets buitengewoons blijft ongefilmd. Iedereen pakt bij het minste of geringste zijn of haar mobiel om te filmen als er iets niet-alledaags gebeurt.
Zelf had ik iemand bij me om ook te filmen. Die film was prima maar na afloop hebben we de schilder gevraagd of hij zijn opname wilde doorsturen. De film die ik wil tonen is de film van de schilder. Hij zoomt in, rookt, trilt, filmt zonder geluid en mijn vrienden die de foto’s maken staan duidelijk in beeld.
Uiteindelijk viel ik precies tegenover de plek waar Bas Jan Ader in het water viel. Bas Jan Ader zelf had op dat moment bloemen in zijn hand. Dit is een vaker terugkerend thema binnen zijn werk. Het is nooit het doel geweest de foto 1-op-1 na te maken. Ik heb er dingen aan toegevoegd en dingen weggelaten. De bloemen vind ik binnen zijn werk van toegevoegde waarde, maar binnen mijn concept een overbodige toevoeging.
Spiegelen
Nadat de foto was gemaakt, had ik hem aan mensen laten zien. Een vaak terugkerende opmerking was dat ze vonden dat ik hem moest spiegelen. Door te spiegelen lijkt het meer op de originele foto. Alleen voelde dit voor mij weer als nep; ik zou dan heel de straat omdraaien in een afgekapte poging dichter bij het origineel te komen. Als je de twee foto’s naast elkaar plaatst, fietsen we elkaar tegemoet.
Een gedachte die ik altijd heb, is die van de richting van tijd. Naar rechts is voor mij de toekomst in, zo schrijf ik nu met de letters de toekomst in. Klik ik op “backspace” om deze tekst te verwijderen, dan ga ik naar links, terug het verleden in. Zo zie ik dat ook met foto’s of schilderijen: kijkt iemand naar links, dan kijkt hij of zij voor mij terug; naar rechts, dan wordt er de toekomst in gekeken. Dit aspect wilde ik ook behouden, en spiegelen zou dat doen verdwijnen. Ik fiets nu naar links: het verleden in. Het blijft lastig, want op de foto val ik voor de toeschouwer naar links; Bas Jan Ader valt naar rechts. Daadwerkelijk val ik naar rechts en hij naar links. Mijn uitvoering is voor hem de toekomst; zijn foto is voor mij het verleden.
Groet,
Abel